Woxikon / Verbos / Holandês / A / afdeinzen

NL conjugação em Holandês de afdeinzen

Formas verbais no total: 52
Imperativos e particípios
Tegenwoordig en verleden deelwoord afdeinzend
Tegenwoordig en verleden deelwoord afgedeinsd
Tipo ik jij hij/zij/het wij jullie zij
Presens deins af deinst af deinst af deinzen af deinzen af deinzen af
Imperfect deinsde af deinsde af deinsde af deinsden af deinsden af deinsden af
Toekomende tijd I zal afdeinzen zult afdeinzen zal afdeinzen zullen afdeinzen zullen afdeinzen zullen afdeinzen
Conditionalis I zou afdeinzen zou afdeinzen zou afdeinzen zouden afdeinzen zouden afdeinzen zouden afdeinzen
Perfectum ben afgedeinsd bent afgedeinsd is afgedeinsd zijn afgedeinsd zijn afgedeinsd zijn afgedeinsd
Voltooid verleden tijd was afgedeinsd was afgedeinsd was afgedeinsd waren afgedeinsd waren afgedeinsd waren afgedeinsd
Toekomende tijd II zal afgedeinsd zijn zult afgedeinsd zijn zal afgedeinsd zijn zullen afgedeinsd zijn zullen afgedeinsd zijn zullen afgedeinsd zijn
Conditionalis II zou zijn afgedeinsd zou zijn afgedeinsd zou zijn afgedeinsd zouden zijn afgedeinsd zouden zijn afgedeinsd zouden zijn afgedeinsd
Imperatief - deins af - - deinst af -

Verbos semelhantes a afdeinzen

Verbos conjugados anteriores e posteriores afdeinzen

« afdeinzen »

Mais ações para afdeinzen