Woxikon / Verbos / Holandês / P / plaatsmaken

NL conjugação em Holandês de plaatsmaken

Formas verbais no total: 52
Imperativos e particípios
Tegenwoordig en verleden deelwoord plaatsmakend
Tegenwoordig en verleden deelwoord plaatsgemaakt
Tipo ik jij hij/zij/het wij jullie zij
Presens maak plaats maakt plaats maakt plaats maken plaats maken plaats maken plaats
Imperfect maakte plaats maakte plaats maakte plaats maakten plaats maakten plaats maakten plaats
Toekomende tijd I zal plaatsmaken zult plaatsmaken zal plaatsmaken zullen plaatsmaken zullen plaatsmaken zullen plaatsmaken
Conditionalis I zou plaatsmaken zou plaatsmaken zou plaatsmaken zouden plaatsmaken zouden plaatsmaken zouden plaatsmaken
Perfectum heb plaatsgemaakt hebt plaatsgemaakt heeft plaatsgemaakt hebben plaatsgemaakt hebben plaatsgemaakt hebben plaatsgemaakt
Voltooid verleden tijd had plaatsgemaakt had plaatsgemaakt had plaatsgemaakt hadden plaatsgemaakt hadden plaatsgemaakt hadden plaatsgemaakt
Toekomende tijd II zal plaatsgemaakt hebben zult plaatsgemaakt hebben zal plaatsgemaakt hebben zullen plaatsgemaakt hebben zullen plaatsgemaakt hebben zullen plaatsgemaakt hebben
Conditionalis II zou hebben plaatsgemaakt zou hebben plaatsgemaakt zou hebben plaatsgemaakt zouden hebben plaatsgemaakt zouden hebben plaatsgemaakt zouden hebben plaatsgemaakt
Imperatief - maak plaats - - maakt plaats -

Verbos semelhantes a plaatsmaken

Verbos conjugados anteriores e posteriores plaatsmaken

« plaatsmaken »

Mais ações para plaatsmaken