Woxikon / Verbos / Holandês / R / röntgenen

NL conjugação em Holandês de röntgenen

Formas verbais no total: 52
Imperativos e particípios
Tegenwoordig en verleden deelwoord röntgenend
Tegenwoordig en verleden deelwoord geröntgend
Tipo ik jij hij/zij/het wij jullie zij
Presens röntgen röntgent röntgent röntgenen röntgenen röntgenen
Imperfect röntgende röntgende röntgende röntgenden röntgenden röntgenden
Toekomende tijd I zal röntgenen zult röntgenen zal röntgenen zullen röntgenen zullen röntgenen zullen röntgenen
Conditionalis I zou röntgenen zou röntgenen zou röntgenen zouden röntgenen zouden röntgenen zouden röntgenen
Perfectum heb geröntgend hebt geröntgend heeft geröntgend hebben geröntgend hebben geröntgend hebben geröntgend
Voltooid verleden tijd had geröntgend had geröntgend had geröntgend hadden geröntgend hadden geröntgend hadden geröntgend
Toekomende tijd II zal geröntgend hebben zult geröntgend hebben zal geröntgend hebben zullen geröntgend hebben zullen geröntgend hebben zullen geröntgend hebben
Conditionalis II zou hebben geröntgend zou hebben geröntgend zou hebben geröntgend zouden hebben geröntgend zouden hebben geröntgend zouden hebben geröntgend
Imperatief - röntgen - - röntgent -

Verbos semelhantes a röntgenen

Verbos conjugados anteriores e posteriores röntgenen

« röntgenen »

Mais ações para röntgenen