Woxikon / Verbos / Holandês / R / racletten

NL conjugação em Holandês de racletten

Formas verbais no total: 52
Imperativos e particípios
Tegenwoordig en verleden deelwoord raclettend
Tegenwoordig en verleden deelwoord geraclet
Tipo ik jij hij/zij/het wij jullie zij
Presens raclet raclet raclet racletten racletten racletten
Imperfect raclette raclette raclette racletten racletten racletten
Toekomende tijd I zal racletten zult racletten zal racletten zullen racletten zullen racletten zullen racletten
Conditionalis I zou racletten zou racletten zou racletten zouden racletten zouden racletten zouden racletten
Perfectum heb geraclet hebt geraclet heeft geraclet hebben geraclet hebben geraclet hebben geraclet
Voltooid verleden tijd had geraclet had geraclet had geraclet hadden geraclet hadden geraclet hadden geraclet
Toekomende tijd II zal geraclet hebben zult geraclet hebben zal geraclet hebben zullen geraclet hebben zullen geraclet hebben zullen geraclet hebben
Conditionalis II zou hebben geraclet zou hebben geraclet zou hebben geraclet zouden hebben geraclet zouden hebben geraclet zouden hebben geraclet
Imperatief - raclet - - raclet -

Verbos semelhantes a racletten

Verbos conjugados anteriores e posteriores racletten

« racletten »

Mais ações para racletten