Woxikon / Verbos / Holandês / R / rondsjouwen

NL conjugação em Holandês de rondsjouwen

Formas verbais no total: 52
Imperativos e particípios
Tegenwoordig en verleden deelwoord rondsjouwend
Tegenwoordig en verleden deelwoord rondgesjouwd
Tipo ik jij hij/zij/het wij jullie zij
Presens sjouw rond sjouwt rond sjouwt rond sjouwen rond sjouwen rond sjouwen rond
Imperfect sjouwde rond sjouwde rond sjouwde rond sjouwden rond sjouwden rond sjouwden rond
Toekomende tijd I zal rondsjouwen zult rondsjouwen zal rondsjouwen zullen rondsjouwen zullen rondsjouwen zullen rondsjouwen
Conditionalis I zou rondsjouwen zou rondsjouwen zou rondsjouwen zouden rondsjouwen zouden rondsjouwen zouden rondsjouwen
Perfectum heb rondgesjouwd hebt rondgesjouwd heeft rondgesjouwd hebben rondgesjouwd hebben rondgesjouwd hebben rondgesjouwd
Voltooid verleden tijd had rondgesjouwd had rondgesjouwd had rondgesjouwd hadden rondgesjouwd hadden rondgesjouwd hadden rondgesjouwd
Toekomende tijd II zal rondgesjouwd hebben zult rondgesjouwd hebben zal rondgesjouwd hebben zullen rondgesjouwd hebben zullen rondgesjouwd hebben zullen rondgesjouwd hebben
Conditionalis II zou hebben rondgesjouwd zou hebben rondgesjouwd zou hebben rondgesjouwd zouden hebben rondgesjouwd zouden hebben rondgesjouwd zouden hebben rondgesjouwd
Imperatief - sjouw rond - - sjouwt rond -

Verbos semelhantes a rondsjouwen

Verbos conjugados anteriores e posteriores rondsjouwen

« rondsjouwen »

Mais ações para rondsjouwen