Woxikon / Verbos / Holandês / S / samentreffen

NL conjugação em Holandês de samentreffen

Formas verbais no total: 52
Imperativos e particípios
Tegenwoordig en verleden deelwoord samentreffend
Tegenwoordig en verleden deelwoord samengetroffen
Tipo ik jij hij/zij/het wij jullie zij
Presens tref samen treft samen treft samen treffen samen treffen samen treffen samen
Imperfect trof samen trof samen trof samen troffen samen troffen samen troffen samen
Toekomende tijd I zal samentreffen zult samentreffen zal samentreffen zullen samentreffen zullen samentreffen zullen samentreffen
Conditionalis I zou samentreffen zou samentreffen zou samentreffen zouden samentreffen zouden samentreffen zouden samentreffen
Perfectum heb samengetroffen hebt samengetroffen heeft samengetroffen hebben samengetroffen hebben samengetroffen hebben samengetroffen
Voltooid verleden tijd had samengetroffen had samengetroffen had samengetroffen hadden samengetroffen hadden samengetroffen hadden samengetroffen
Toekomende tijd II zal samengetroffen hebben zult samengetroffen hebben zal samengetroffen hebben zullen samengetroffen hebben zullen samengetroffen hebben zullen samengetroffen hebben
Conditionalis II zou hebben samengetroffen zou hebben samengetroffen zou hebben samengetroffen zouden hebben samengetroffen zouden hebben samengetroffen zouden hebben samengetroffen
Imperatief - tref samen - - treft samen -

Verbos semelhantes a samentreffen

Verbos conjugados anteriores e posteriores samentreffen

« samentreffen »

Mais ações para samentreffen